Een luisteraar, lege stoel, lichtgroene stenen
Een man die naar een voordracht luistert. Hij ziet
niets anders om hem heen. Achter donkere glazen
schuilt een wereld die alleen de zijne kan zijn.
Hij is onzichtbaar op een lege stoel naast hem.
De woorden glijden door hem heen als een
wilde stroom, soms kabbelende beek.
Een man die ingetogen op een stoel
luistert, hoort ook zijn eigen stem, dwars
door zichtbare dingen heen.
Iets verderop een vrouw. Zij kijkt woordloos naar
haar hand en telt de stenen van haar armband,
een gebedssnoer. Ook zij is afwezig als ze
buiten zit op een bank vroeg in de avond.
In haar gouden ring ziet ze de kostbare stenen
van oude dagen die al lang voorbij zijn gegaan.
In het licht dat weerkaatst vanaf een raam
voelt ze een verre aanwezigheid in het vreemde
dat haar dagelijks omringt.
A listener, empty chair, light green stones
A man who listens to a lecture. He observes
nothing else around him. Behind dark glasses
a world is hidden that can only be his own.
It is invisible on an empty seat next to him.
The words glide through him as a
wild stream, sometimes a babbling brook.
A man who’s listening on a chair,
subdued, hears also his own voice
through visible things.
Somewhat further on a woman. She looks wordlessly
to her hand and counts all stones of her bracelet,
a prayer-cord. She also is absent as she is
sitting outside on a garden bench early in the evening.
She observes precious stones in her golden ring
of old days that have long since passed.
In the light that is reflected from a window
she feels a distant presence in the strangeness
surrounding her every day.
Hannie Rouweler