
– with greetings from the Beguinage
My neighbour across the lawn is relaxed reading a book
amongst leaves. She is a High School teacher
mathematics. She has to go back to school very soon.
Summer vacation is almost over. The Beguinage has
still a lot of readers and writers. Neighbour across the lawn is
relaxed busy writing with a pen in his hand on an outside table.
The sun is bright. It is the third subtropical period that has arrived.
I used to learn maritime climate. Mild winters. But so much sun
we have never had it here before. Everything changes.
I see something of myself back in my neighbour across the lawn.
How often did I sit in a garden reading a book. I haven’t been doing it
for a long time anymore. I don’t find peace for it. The days are going fast
the days consist of small things. As you get older, even more and more small
things. Insignificant. You hear for the first time that your oldest neighbour lady
was a theologian. For the first time you see a blonde woman amongst leaves.
And when you look up from your computer, writing, there’s only an empty seat.
The residents have not yet left their shadows. A senior man of 90 years old is
crossing the street. He visits his wife in a nursing home who does not recognize
him. The town bus is coming soon. I hear cats meowing in the living room,
for their food. It is time to leave the screen. To close and shut down the day.
-met groeten uit het Begijnenhof
Tussen bladeren zit mijn buurvrouw van de overkant
ontspannen in een boek te lezen. Ze is onderwijzeres
wiskunde. Ze moet binnenkort weer naar school.
De zomervakantie is bijna ten einde. Het Begijnenhof heeft
nog heel wat lezers en schrijvers. Buurman overkant zit relaxed
met een pen in de hand te schrijven op een buitentafel.
De zon is fel. Het is de derde subtropische periode die is aangebroken.
Zeeklimaat leerde ik vroeger. Milde winters. Maar zoveel zon
hebben wij hier echt nog niet eerder gehad. Alles verandert.
In mijn buurvrouw overkant nog jong zie ik iets van mezelf terug .
Hoe vaak zat ik niet in een tuin een boek te lezen. Ik doe het al lang
niet meer. Ik vind de rust er niet voor. De dagen gaan zo snel
de dagen bestaan uit kleine dingen. Naarmate je ouder wordt vooral
kleine dingen. Onbeduidend. Je hoort voor het eerst dat je oudste buurvrouw
theoloog is. Je ziet voor het eerst een blonde vrouw tussen de bladeren.
En als je van je computer opkijkt, al schrijvende, is daar alleen een lege stoel.
De bewoners hebben hun schaduwen nog niet verlaten. Een oude man van 90
steekt de straat over. Hij bezoekt zijn vrouw in een verpleeghuis die hem niet
eens herkent. De bus komt er straks aan. Ik hoor katten mauwen in de kamer,
voor hun eten. Het is tijd het scherm te verlaten. Sluiten en afsluiten van de dag.