Poem by Hannie Rouweler
RAIN, FLOWERS
It’s raining, it’s raining and my lips
are kissed by a thousand drops,
my tongue is full of so many words
whispered to me in the rain that I forget
that it was raining, and that I was sad,
and felt miserable and didn’t know anymore
if someone came, if someone still wanted to
see me. Or someone saw how much it rained
as if it would never end. As if all
times before, it happened in where it was
originated and ended, the thoughts of
one and the same thing, again and again,
never came back. But I met you again,
in another rain with fragrance of flowers,
with sounds of light
in your hair, your heart that you opened to me.
REGEN, BLOEMEN
Het regent, het regent en mijn lippen
worden gekust door duizend druppels,
mijn tong loopt vol van zoveel woorden
mij ingefluisterd in de regen dat ik vergeet
dat het regende, en dat ik droevig was,
en me verdrietig voelde en niet meer wist
of iemand kwam, of iemand mij nog wilde
zien. Of iemand zag hoe zeer het regende
alsof het nooit zou ophouden. Alsof alle
tijd voordien, het gebeurde in waar het was
ontstaan en eindigde, de gedachten aan
een en hetzelfde ding, altijd opnieuw,
nooit meer terugkwamen. Maar ik kwam je
weer tegen, in een andere regen met de
geur van bloemen, met klanken van licht
in je haar, je hart, dat je voor mij opende.